IJshockey, Boeing en een dagje Holland
00:45
Een van de redenen waarom ik
tot nu toe een fantastisch uitwisselingsjaar heb, is dat ik in situaties
terecht kom waar ik mijzelf nooit had voorgesteld. Atletiek is een sport die ik
nooit bij mij vond passen, en ik had nooit verwacht dat anderen konden genieten
van een gerecht dat gekookt is door mij. Verder ben ik erachter gekomen dat er
in Washington ook tulpenvelden zijn, en ik heb vrijwillig meegedaan met de ‘senior
skipday’ (ja, het was erg lastig om een dagje thuis te blijven). En dan moest het
meest bizarre nog komen: ijshockey.
IJshockey dus. Met de
exchange groep bezochten we een wedstrijd van de Seattle Thunderbirds tegen de
Portland Winterhawks. Het verrassende element was misschien wel dat ik niet
bekend was met de regels voor ijshockey. Tijdens de wedstrijd ben ik erachter
gekomen dat het er niet heel veel zijn. In de catacomben zag ik al voortekenen
van de slachtpartij, toen er gevechten ontstonden tussen teamgenoten. Eenmaal
op het ijs was het wachten op het eerste gevecht, en die liet niet lang op zich
wachten. Twee spelers op de vuist, met een keurig wachtende scheidrechter in
het midden, half knikkend als er weer eens een goede rechtse werd uitgedeeld.
Daarna schaatsten de spelers onafhankelijk naar het strafbankje, zonder ook
maar naar de scheidsrechter te kijken. Ondertussen werd in het stadion ‘eye of
the tiger’ afgespeeld, een passend nummer uiteraard. Sportief gezien is
ijshockey trouwens ook een hele leuke sport, en na shoot outs won Seattle.
Eerder die dag hebben we met
dezelfde groep de Boeingfabriek in Everett bezocht. Ik waande me even in
Noord-Korea, want er mochten geen foto’s worden genomen van en in de fabriek.
Toch heb ik mijn best gedaan om wat feitjes te onthouden: het gebouw is het
grootste overdekte gebouw ter wereld, en er werken 40.000 mensen op het
complex. En mocht je ooit nog de droom hebben om een commercieel vliegtuig aan te
schaffen dan adviseer ik je om alvast te beginnen met sparen, want het
prijskaartje is zo’n 300 miljoen dollar. Wat ook indruk op mij maakte was dat
er ‘gebouwen in het gebouw’ waren, toch wel een aardige indicatie van de omvang
van de fabriek.
Daarnaast heb ik mijzelf ook
aardig verrast de afgelopen weken. Toen ik begon met atletiek had ik de keuze
uit balwerper, korte afstand renner en lange afstand renner. Omdat ik als
sprinter of werper weinig kans maakte, heb ik voor lange afstand gekozen, en
afgelopen week hadden wij onze eerste wedstrijd. Persoonlijk moest ik de 1 mijl
en 2 mijl rennen (resp. 1.6 km en 3.2 km), en ik keek er best wel tegenop.
Natuurlijk heb ik twee persoonlijke records gelopen omdat het mijn eerste keer
was, maar ik finishte als 5e van 10 renners in de 2 mijl. Niet alleen
een stuk beter dan verwacht, maar ook nog eens sneller dan de helft van de
andere renners. Ik kan ook niet anders zeggen dan dat ik het erg naar mijn zin
heb in het atletiek team. We zijn een grote en hechte groep, met zo’n honderd in
totaal, en iedereen staat elkaar aan te moedigen tijdens de wedstrijd. We
rennen onze wedstrijden in een ‘echt’ stadion, waardoor alles er erg
professioneel uit zag. Net zoals de Thunderbirds wonnen we onze wedstrijd op
het nippertje, waardoor mijn dag geslaagd was.
Bakken en koken is nog zoiets
wat je mij niet snel zult zien doen. Ik weet niet waarom, maar tenzij het echt
niet anders kan geef ik het mijn prioriteit niet. Laatst was wel zo’n dag. Met
de exchange groep hadden we een grote ‘potluck’. Een potluck is een van
oorsprong Amerikaanse gewoonte (hoe kan het ook anders, er is immers eten
aanwezig) waarbij iedereen een of meerdere gerechten bereid, om ze dan
vervolgens gezamenlijk op te eten. Omdat onze exchange groep multicultureel is,
moest iedereen een gerecht uit zijn thuisland koken, en uiteraard moest
iedereen gekleed in traditionele kleding als die optie er was. Ik moest dus de
keuken in om speculaasbrokken en kippensoep te maken, en verder dan een
Nederlandse vlag kwam ik niet qua kleding. Hutspot en klompen waren misschien
representatiever geweest, maar naar de ingrediënten van hutspot en klompen zoeken
in Amerika is vragen om moeilijkheden. Gelukkig vielen beide gerechten in de
smaak, en ik heb zelf ook erg genoten van Tadzjiekse, Zweedse, Argentijnse en
Thaise gerechten.
Frappant genoeg kwam natuurlijk
een paar weken later alsnog klompen tegen in Amerika. Lynden, een plaatsje
bijna tegen Canada aan, is honderden jaren ontstaan door een kleine Nederlandse
gemeenschap, en daar kun je tot de dag van vandaag nog sporen van zien. Er zijn
veel fietsen te zien, de kerkklokken luiden elk uur, en er zijn meerdere
windmolens in het dorp. In de Nederlandse bakkerij kun je krentenbollen met
kaas bestellen, en de Nederlandse winkel heeft hetzelfde assortiment als de
Albert Heijn. Ik heb me voor even toerist in eigen land gevoeld in Lynden en de
tulpenvelden rondom het dorpje. Ja, ik hoor het jullie al denken: ik heb dus
bijna 8000 kilometer gereisd om een tulpenveld en een Nederlands dorp te zien,
terwijl ik ook gewoon naar Akersloot had kunnen gaan. Toch voelde het na 7
maanden wel weer even speciaal.
Want zo snel gaat het. Het is
een enorm cliché, maar het voelt alsof de tijd steeds sneller gaat. Ik heb nog ongeveer
3 maanden hier, tot 21 juni. Een dubbel gevoel: Ik wil graag weer terug, maar
ik wil ook niet weg. Verassend en onvoorstelbaar, maar ach, dat is het hele
idee van een uitwisselingsjaar, toch?
Groetjes uit Federal Way!
De ijshockey arena in Kent |
De enige foto die ik wel van Boeing kon maken. Beter iets dan niets. |
Met Raphael bij mijn eerste track wedstrijd. |
Klaar voor de 2 mijl. |
De Potluck met de exchange students |
Met Fuka, de Japanese exchange student bij ons thuis |
Nog een foto van de potluck dan |
Speechen tijdens de potluck |
Lynden in |
Voor de slimmeriken. Dit kan Nederland niet zijn Hint: heuvels op de achtergrond. |
Groetjes uit Lynden! |
0 reacties